Kledingtips bij overgangsklachten

Heb je last van transpiratieaanvallen? Dan is luchtige kleding dragen een goed advies. Vooral kleding die gemaakt is van natuurlijke materialen hebben deze eigenschap. Draag je een shirt van polyester, dan wakker je de transpiratie alleen maar aan. Katoen, viscose en bamboe zijn bijvoorbeeld materialen die aan te raden zijn. Maar wat is het verschil tussen deze materialen en welke eigenschappen hebben ze?

Katoen, altijd goed

Een kledingstuk van katoen voelt aan als een tweede huid. Het materiaal voelt natuurlijk aan en slijt niet snel. Wel kan katoen soms een beetje stug zijn. Neemt niet weg dat het sterk is en het goed vocht opneemt. Omdat katoen heel eenvoudig te verven is, kun je het in alle kleuren van de regenboog verkrijgen. Heb je last van opvliegers en krijg je het hartstikke warm in een dikke trui, dan is een trui van katoen een heel goed alternatief. Een goed gebreide trui is toch lekker warm, ook als hij van katoen gemaakt is.

Bamboe, hennep, vlas, etc.

Naast katoen zijn er nog veel meer materialen die gewoon uit de natuur gewonnen worden. Bamboe is zo’n materiaal, net als hennep of vlas. Als we het vergelijken met katoen, gaat hennep drie keer langer mee. Het is licht, droogt snel en hoeft eigenlijk niet eens in de droger. Bamboe wordt steeds meer populair voor ondergoed en sokken. Waar mannen lyrisch zijn over de bamboe boxershorts, is er voor vrouwen ook ondergoed van bamboe te krijgen. Het is alleen iets minder bekend en we weten: onbekend maakt onbemind!

Viscose, wat is dat eigenlijk?

Naast het standaardmateriaal uit de natuur heb je ook nog kunstmatig gemaakt garen, dat toch natuurlijk verkregen is. Viscose is zo’n textielsoort. Het is namelijk gemaakt van houtpulp dat kunstmatig tot garen geweven wordt. Het wordt daarom ook wel halfsyntethisch genoemd. Ook viscose is een lekkere luchtige stof als je last hebt van transpireren. Het neemt vocht op en voelt altijd zacht en luchtig. Bij warm weer, maar ook als het buiten koud is.

Laagje voor laagje

Comfort is belangrijk, maar goed gekleed zijn ook. Waar je je goed in voelt, straal je dat uit. Daarom tot slot een algemeen advies over het dragen van laagjes. Dat is altijd al heel fijn, maar als je overgangsklachten hebt, is het extra prettig. Heb je het bloedheet, dan is een vest zo uitgetrokken. Heb je het vervolgens ineens weer koud, trek je hem weer aan. Als je verschillende laagjes over elkaar heen aantrekt, loop je niet half in je ondergoed, als je even snel iets uittrekt.