Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Op de vraag hoe lang de overgang duurt, is geen eensluidend antwoord te geven. Pas achteraf weet je het. Gemiddeld gaat het om vijf tot tien jaar. Dat wil zeggen: gemiddeld vijf jaar voor en twee jaar na de menopauze.
De overgang, daar krijgt iedere vrouw gemiddeld ergens tussen het 45ste en 55ste levensjaar mee te maken. Ook 40 jaar en 60 jaar worden genoemd. Het is een periode die letterlijk een overgang is naar een nieuw evenwicht. Tijdens deze periode veranderen er processen in het lichaam die vrouwen uit balans kunnen brengen, zowel lichamelijk als geestelijk. Dat leidt niet per definitie tot klachten, wel vaak tot ongemakken.
De ene vrouw gaat daar gemakkelijker mee om dan de andere. Blijft het bij ongemakken dan is dat proces minder zwaar dan wanneer een vrouw echt klachten krijgt zoals hevige opvliegers, nachtzweten, vaginale klachten, hartkloppingen, slaapproblemen en spier- en gewrichtsklachten. Ook andere verschijnselen kunnen zich voordoen zoals vermoeidheid, oogmigraine, maagdarmklachten en meer. Soms kan medicatie een oplossing zijn. Dat gebeurt altijd in overleg met een arts.
De eerste verschijnselen zijn meestal dat een vrouw onregelmatig menstrueert en tijdens die menstruatiedagen meer bloed verliest. Dit wordt de premenopauze genoemd. Uiteindelijk blijft de menstruatie helemaal weg. Dat is de menopauze, en dat moment kun je pas achteraf vaststellen.
Tekenen van de overgang
In die eerste fase kun je al verschijnselen hebben als ’s nachts transpireren, overdag opvliegers hebben en stemmingswisselingen ervaren. Na de menopauze volgt de postmenopauze. Een periode die ook gepaard kan gaan met eerdergenoemde klachten, maar dat hoeft niet.
Een aantal aspecten speelt ook medisch en in de wetenschap een rol:
Soms heeft iemand niet of nauwelijks overgangsverschijnselen, maar voelt zich toch niet fit. Een huisarts kan dan door middel van een bloedtest vaststellen of een vrouw in de overgang is. Aan de hand van het bloedmonster wordt gekeken naar de oestrogeenspiegel en de hoeveelheid van de hormonen LH en FSH (Luteïniserend Hormoon en Follikel Stimulerend Hormoon). Is de oestrogeenspiegel laag en de LH/FSH hoog dan is een vrouw in de overgang. Tijdens de overgang daalt namelijk de oestrogeenspiegel en volgt er een overdosis aan de hormonen LH en FSH omdat dit hormonen zijn die de geslachtsklieren stimuleren en een grote rol spelen bij het in gang zetten van de menstruatie. FSH zorgt bijvoorbeeld voor de rijping van eiblaasjes. Nu dat afneemt, volgt er een overschot van dit hormoon.
Dat het een lastige meting is, blijkt uit het feit dat met name in de beginperiode van de overgang de hormoonhoeveelheden nogal kunnen schommelen. Zelfs van minuut tot minuut. De meetwaarden zijn ook nog eens lastig tegen een gemiddelde af te zetten. Is de oestrogeenwaarde echt heel erg laag zodat er geen twijfel mogelijk is, heeft de vrouw vaak zelf al wel gevoeld dat ze in de overgang is.
Iemand heeft vroeg of juist laat kinderen gekregen, had een moeder die vroeg of laat in de overgang kwam of menstrueerde vroeg of laat. Dat iemand dan ook op jonge leeftijd al in de overgang komt, of juist op latere leeftijd, is niet gezegd. Daar is lastig iets stelligs over te beweren. Het is nooit echt aangetoond dat de overgangsleeftijd erfelijk is, ook al menen sommige onderzoekers dat het mogelijk voor de helft wel erfelijk kan zijn. Ook is niet te zeggen of iets te maken heeft met de leeftijd waarop iemand kinderen krijgt en voor het eerst menstrueert.
Er is wel onderzoek gedaan naar de voorspelbaarheid van de overgangsleeftijd. Het kan van belang zijn om te weten wanneer een vrouw onvruchtbaar raakt zodat er om verschillende redenen eventueel eicellen kunnen worden ingevroren, wil zij later kinderen krijgen. Jaren terug publiceerden Utrechtse artsen over die voorspelbaarheid die te meten bleek aan de hoeveelheid van het zogeheten Anti-Müllers Hormoon (AMH) die een vrouw in het bloed heeft. Aan de hand daarvan kan voorspeld worden wanneer een vrouw voor het laatst zal menstrueren. Voor het onderzoek werd van ruim 250 vrouwen het bloed onderzocht waarna gemiddeld elf jaar later werd gekeken of en wanneer zij in de overgang waren gekomen. Er bleek een duidelijk verband. Het zou ook van belang zijn om eventueel maatregelen te kunnen nemen om ziekten te voorkomen of te bestrijden die vooral na de overgang optreden. Het gaat bijvoorbeeld om botontkalking, borstkanker en hart- en vaatziekten. Meer onderzoek is echter nodig om hier een standaard van test van de maken.
De eicelvoorraad in de eierstokken neemt in de loop van het leven af. Bij de geboorte bevatten de eierstokken gemiddeld één- tot tweemiljoen eicellen en bij de overgang zijn er nog zo’n duizend.
Als iemands menstruatie voor haar veertigste jaar stopt, heet dit ‘vervroegd in de overgang’. Dit wordt ook wel ‘primaire ovariële insufficiëntie'(POI) of ‘prematuur ovarieel falen'(POF) genoemd. Er groeien geen eiblaasjes meer en er vindt geen eisprong meer plaats. Het overkomt één op de honderd vrouwen.
Vaak is er geen verklaring voor een vervroegde overgang te vinden tenzij er sprake is van een ziekte en/of een behandeling die de productie van de eierstokken stillegt of waardoor de eierstokken verwijderd moeten worden. Denk aan een behandeling tegen kanker, een chromosoomafwijking, een genetische oorzaak of er is sprake van verhoogde auto-antistoffen (die eierstokweefsel beïnvloeden).
Om een vervroegde overgang vast te stellen is er meer nodig dan bloedonderzoek. Ook wordt er ander lichamelijk onderzoek gedaan zoals onderzoek naar de werking van de schildklier, genetisch onderzoek en een botdichtheidsmeting. Er wordt ook een bloeddrukmeting en een echoscopie uitgevoerd.
Als het eenmaal de overgang is vastgesteld, wat vaak best een harde diagnose is voor een jonge vrouw, bestaat een behandeling uit het voorkomen of verlichten van klachten. Ook het voorkomen van klachten op de lange termijn is belangrijk zoals het verkleinen van de kans op botontkalking en hart- en vaatziekten. Beide kunnen op latere leeftijd voor problemen zorgen als je zo vroeg in de overgang terecht komt. Vaak worden een hormonale behandeling en middelen tegen botontkalking geadviseerd. Ook wordt deze vrouwen geadviseerd te kiezen voor goede en gezonde voeding en voldoende te bewegen.
Er zijn diverse producten die het enigszins kunnen verlichten, bekijk hier het aanbod (aff.)
Ondersteuning tijdens de overgang >